Gemaakt

Sentimentele Laura debardeur

Begin januari werkte ik de Laura debardeur voor medecursist C. af.
Of eerder, een combinatie van het feit dat de naailes terug begon na de kerstvakantie en ik het dus niet meer kon uitstellen en een heel groot schietgebedje gaven mij de moed om het sentimentele stuk af te werken.

Dit project was eerder opgestart door C.’s mama voor C.’s dochter, maar door haar plotse overlijden lag het onafgemaakt in een zak te wachten. Een vrij intimiderende vraag dus, om zoiets af te werken. Niet zozeer omdat ik twijfelde aan mijn kunnen, maar eerder omdat ik schrik had dat dan net bij dit stuk iets onherroepelijk fout zou lopen.

De status van het project toen ik het kreeg was een volledig afgewerkt rugpand en de opzet voor het voorpand op rechte breinaalden.
Mijn eerste werk was het nalezen van het patroon (Laura debardeur van Veritas) en dit vergelijken met het rugpand dat ik had. Hieruit bleek dat het patroon eerder als inspiratie was gebruikt, gezien het aantal steken en rijen volledig afweek. Dus ik moest wat rekenen en tellen en proberen om aan het voorpand te kunnen beginnen.

Hoe ik het voorpand moest breien was uiteindelijk vrij eenvoudig uit te vogelen. Het moeilijkste was echter om mijn natuurlijke breispanning te laten passen met deze van het reeds gebreide rugpand.
Ik brei van nature vrij strak, dus ik wist nog voor ik eraan begon dat ik nooit met de meegegeven breinaalden ging kunnen breien. Enerzijds, ik brei nooit met rechte naalden, dus ik ging sowieso mijn rondbreinaalden gebruiken. Anderzijds ging ik zeker een grotere naald nodig hebben. Ik breide een paar kleine proeflapjes, maar zelfs met mijn allergrootste naald was mijn breiwerk een stuk strakker. Uit noodzaak besloot ik toch hiermee verder te gaan, in de hoop dat het wel goed ging komen bij het blokken.

Om zo veel mogelijk van het reeds gedane werk te respecteren, vertrok ik wel van de opgezette steken van de rechte naald, maar zette dit over op mijn breinaalden met kabel.
Daarna breide het stuk vrij snel en kon ik het in slechts 2 of 3 breisessie afkanten.

Maar dan werd het spannend.
Mijn voorpand bleek toch een pak kleiner uit te vallen dan gedacht, in vergelijking met het rugpand. Qua lengte was het nog ok, maar de breedte was toch iets moeilijker om te laten passen.
Na wat nadenken en bespreking met C. besloot ik om het voorpand te proberen in vorm te trekken door het nat te maken en te blokken op de afmetingen van het rugpand. Maar daar begon de schrik toe te slaan.

Na het nat maken bleek de wol een pak meer te groeien dan ik had verwacht, waardoor het opeens te groot werd in vergelijking met het nog droge rugpand, dat ik uiteindelijk ook nat maakte. Doordat het rugpand nog losser was gebreid, groeide dit natuurlijk ook een pak, maar ik was super voorzichtig met het uitleggen en probeerde ik zo weinig mogelijk te rekken. Toch, de schrik zat er heel hard in. Op dat moment zat er eigenlijk gewoon niks anders op om te wachten tot de stukken droog waren, om te zien hoe ik verder kon gaan.

Zeker drie dagen heeft het geduurd eer beide panden volledig droog waren en tijdens die drie dagen was de angst om er mee verder te werken alleen maar toegenomen.
Ik had zo’n schrik dat ik het verpest had. Op dat moment waren we ergens tussen kerst en nieuw, en mijn struisvogel besloot de panden op te plooien, terug in de zak te steken en het even te laten bezinken.

Maar goed, ik kon niet blijven struisvogelen natuurlijk. En hoe langer het onzichtbaar weg zat, hoe erger ik het probleem in mijn hoofd maakte.
Doordat de naailes terug na de kerstvakantie begon en ik mezelf als uiterste deadline de eerste les had gegeven om het stuk terug aan C. te bezorgen, moest ik de beide panden weer onder ogen komen.
Gelukkig bleek dat ik het inderdaad in mijn hoofd een pak erger had gemaakt dan het was. Het wassen en blokken van beide panden hadden alles bij elkaar genomen voor een nuloperatie gezorgd: het verschil tussen het rug- en voorpand was dezelfde als voor het nat maken.

Mijn strategie werd uiteindelijk om het rugpand iets meer in te nemen bij het naaien van de zijnaden. In plaats dat ik de randjes mooi op elkaar legde, nam ik het rugpand twee steken aan beide kanten in. Hierdoor werd de zijnaad iets dikker, maar aan de buitenkant is daar niks van de zien.

Dan werd het nog spannend voor het breien van de hals en beide armsgaten, want mijn hoeveelheid wol was vrij beperkt.
Ik begon met de hals en breide die zo hoog als het patroon aangaf. Hiervoor moest ik in de rug ook nog een aantal steekjes innemen, omdat het anders te wijd werd. Ik nam eerst elke steek netjes op langs de hals, maar mijn eerste ronde breide ik om de 3 à 4 steken een steek samen. Zo kreeg ik geen openingen en was het resultaat uniform.

De overgebleven wol woog ik dan en zorgde dat ik slechts de helft gebruikte voor het eerste arsmgat. Gelukkig bleek dat ik toch een even brede boord als de hals kon breien.
En zo was het stuk opeens af met nog een paar luttele metertjes wol over!

Ondanks mijn getwijfel, uitstelgedrag en angst, mag het resultaat er wel zijn!
Ok, in de nek rimpelt het een beetje, door de ingenomen steken, maar ik hoop dat dit bij het dragen niet zo zichtbaar zal zijn.

Maar het belangrijkste is dat C. tevreden was, dus ondanks het feit dat ik het extreem spannend vond om dit te doen, haar reactie zorgde dat ik dit op slag vergeten was!

Groetjes,
Charlotte

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.