Truitje voor de June jurk – update 2
Tijd om nog eens de vorderingen van het zelf berekende truitje te tonen. Ik kan al verklappen dat het helaas niet zo vlot gaat als gehoopt.
Zoals in een vorig bericht uitgelegd, wil ik een kruising maken tussen het patroon van de Safire (foto links) en het patroon van de Miette (foto rechts). Meer bepaald wil ik een truitje met de vorm van de linkse, maar met het kantwerk van de rechtse. Hiervoor herberekende ik volledig het Safire basispatroon op basis van mijn gewenste maat en mijn stekenverhouding.
Het breien verliep vlot, vooral omdat ik benieuwd was naar het resultaat. Het kantmotief aan de hals zag er precies uit zoals gewenst en ook het kantwerk langs de voorzijde kreeg mooi vorm.
Maar dan, zo ongeveer halverwege het patroon begon ik het gevoel te krijgen dat het truitje er precies te groot begon uit te zien.
Ik probeerde het eens te passen, maar omdat ik op dat moment nog niet aan de rij was gekomen waarbij de mouwen worden afgezet, bleek dit nogal moeilijk, omdat ik niks had van houvast en het truitje enkel maar rond mijn schouders kon draperen.
Daarom zette ik het breiwerk over op een rustdraad, zodat ik het eens kon vastpinnen en opmeten. Dit opmeten versterkte mijn vermoeden dat het truitje inderdaad te groot aan het worden was, maar ik was nog niet honderd procent zeker. Vooral omdat ik het niet echt had kunnen passen. Daarom besloot ik om nog een paar rijen verder te breien, tot ik de mouwen had afgezet. Dan zou ik het wel kunnen passen en zou ik een beter beeld krijgen.
Om te verzekeren dat ik na de extra rijen nog gemakkelijk het breiwerk ging kunnen uithalen zonder alles te verliezen, plaatste ik een levenslijn (rode draad in foto) in de huidige rij. Daarna breide ik gewoon weer volgens mijn uitgeschreven patroon verder.
Een paar rijen later had ik de mouwen af gezet en kon ik het truitje eens echt passen. En zo werd mijn vermoeden toch bevestigd: het truitje werd te groot. Als ik verder zou breien volgens mijn uitgeschreven patroon en alle gevraagde meerderingen zou respecteren, dan zou mijn truitje slobberig worden en dat zou niet zo mooi zijn met mijn jurk.
Wat liep er dan fout?
Ik heb er even over moeten nadenken hoe het, na al mijn gereken en getel, nu toch fout was gelopen. Ik had alles al dubbel gecontroleerd, maar nu deed ik het nogmaals, en mijn berekeningen waren toch juist.
En dan viel opeens mijn frank: ik had totaal geen rekening gehouden met de toegift of ease.
Misschien herinneren jullie mijn uitleg over toegift nog van toen ik de Miette aan het voorbereiden was? Ik schreef toen een ganse uitleg, deels voor mezelf, zodat ik het niet meer zou vergeten. En nu was ik het toch vergeten *zucht*!
Concreet betekent dit dus dat ik bij het berekenen van het aangepaste patroon in mijn maat, geen rekening had gehouden dat breiwerk van nature rekbaar is. Als je dus een nauw aansluitend stuk wil hebben, moet je het in principe kleiner breien dan gewenst. Hoeveel kleiner wordt negatieve toegift genoemt.
In het geval van de Miette was dit een negatieve toegift van 5 cm. Dus voor een borstomtrek van 92cm, moet ik eigenlijk het patroon berekenen voor slechts 87cm (=92-5).
Nu mijne frank was gevallen herbekeek ik mijn berekende patroon en ontdekte ik dat ik het gemakkelijk kon herberekenen naar de nieuwe maat, zonder dat al mijn breiwerk voor niets is geweest. Chanceke! Ik ging wel terug moeten uithalen tot aan de levenslijn, maar dat had ik al min of meer verwacht.
Om de nieuwe maat te bekomen, moest ik eigenlijk het LARGE patroon dat ik origineel had uitgeschreven, gaan combineren met het MEDIUM patroon. Meer bepaald was de opzet voor het LARGE patroon de goeie (en daarom is mijn breiwerk niet verloren), maar moest ik het aantal meerderingen voor de raglan en voor de voorpanden nemen uit het MEDIUM patroon.
Het LARGE patroon telt namelijk 27 raglan meerderingen (telkens +8 steken) en 21 meerderingen voor de voorpanden (telkens +2 steken), terwijl het MEDIUM patroon slechts 25 raglan meerderingen en 20 meerderingen voor het voorpand telt. Dit komt op een verschil van (2X8)+(1X2)=
18 steken, verdeeld over de twee voorpanden (elk 3 steken minder), het rugpand (4 steken minder) en beide mouwen (elk 4 steken minder).
Op het einde zou ik dan een truitje verkrijgen met een omtrek van 201 steken rond de borst, in tegenstelling tot de originele 211 steken. Als ik deze 201 steken terug reken met mijn stekenverhouding van 2,3 steken per cm, dan verkrijg ik een omtrek van 87,4 cm. Goed voor een negatieve toegift van 4,6 cm!
En nu die theorie eens uit testen, hé!
Poging 2
Met mijn nieuwe berekeningen in aanslag, ben ik begonnen het breiwerk uit te halen tot aan de levenslijn. Daarna ben ik verder gaan breien volgens mijn nieuwe berekeningen.
Het afzetten van de mouwen gebeurde nu een paar rijen vroeger dan in de eerste versie, waardoor zowel de armsgaten als het rugpand iets kleiner geworden zijn. Ik heb het nog eens gepast en deze versie lijkt al beter te passen.
Maar ik ben nog niet helemaal overtuigt. Ergens denk ik dat het er toch nog te groot uit ziet, maar zonder nog een paar extra rijen te breien kan ik dit niet 100% bevestigen. Dus voorlopig doe ik verder!
Wordt vervolgd!
Groetjes,
Charlotte
4 Comments
De mama
Goed bezig!
Charlotte
😀
Sigrid
Amai, wat een uitleg! Hoe jij dat zo goed kunt snappen! Ik bewonder je hoor! Het wordt een fantastisch truitje sowieso.
PS: Je doet me zin krijgen om ook terug te gaan breien… Alleen zal het iets simpelers worden 😉
Charlotte
Goh ja, er is snappen en snappen, hé 😉 Het is nu nog maar de vraag of al mijn uitgedokterde theorieën ook iets gaan opleveren.
Oh zo tof! Zeker doen 😀
Bij mij lijkt het er op dat breien het haken van zijn troon heeft gestoten. Ik doe het wel nog graag hoor, zeker, maar als het op kledij aankomt, vind ik gebreide stoffen toch precies veel mooier (moderner).
Succes!