Gebeurd

Mei-meringen

Mensen die mij ooit zijn beginnen volgen voor de haak- en breiwerkjes, zullen de laatste maanden toch wel wat geambeteerd zijn door al mijn boek- en leesupdates.

Onlangs was ik met een medestudent in de naailes bezig over onze creatieve bezigheden. Zij had net een prachtige gehaakte jas gemaakt en ik was die aan het bewonderen, toen ik verzuchte dat ik de laatste tijd echt bitter weinig met handwerken bezig ben. Naast naar de naailes gaan, waar ik mij eerlijk gezegd ook soms moet naartoe slepen, kan ik er mezelf precies niet toe brengen te haken of breien. En daarbij vroeg ik mij af hoe dat kwam.

Ja,” antwoorde ze, “je hebt nochtans heel veel dingen gemaakt voor Kerstmis, hé.

En toen had ik een soort van openbaring.
Ik maak inderdaad doorgaans altijd veel de laatste paar maanden van het jaar, misschien een beetje teveel, waardoor ik de rest van het jaar met een soort van maak burn-out kamp? En deze kan zelfs een volledig jaar aanhouden, totdat het eind van het jaar weer aan de horizon doemt?

In ieder geval is er voor mij duidelijk iets met die voor-het-einde-van-het-jaar deadline, waardoor de maakkriebels losbarsten. Niet alleen zijn er opeens tal van zaken die ik nog voor mezelf wil maken voor het jaar om is, maar ik loop ook over van ideeën voor cadeautjes. Precies omdat die deadline daar zo duidelijk afgelijnd ligt, lukt het mij precies wel om daar naartoe te werken, als de aanvangsperiode niet te vroeg begint.

Hierbij slaat die wijzer duidelijk een beetje te ver door. Ik beland in een soort van maakrage en blijf ideeën voor aanvullende projecten opstapelen terwijl ik nog elleboogdiep in andere zit. Het is precies alsof ik alle weken en maanden waarin ik zo goed als niks maakte, opeens wil goed maken in dat laatste trimester van het jaar.

Deze revelatie deed mij ook verder nadenken over mijn creativiteit tijdens de rest van het jaar en ik ontdekte hierin toch wel een terugkerend patroon, zeg maar een soort van vicieuze cirkel.

Als startpunt neem ik de koortsige maakperiode aan het eind van het jaar. Deze wordt standaard gevolgd door een periode van lethargie gedurende het eerste trimester van het nieuwe jaar. Handwerken en wolletjes interesseren me weinig tot niets. Ik vind ook geen inspiratie op Pinterest of in maaksels van andere personen. Ik bewaar geen ideeën en de goesting is helemaal zoek. Zelfs naar de naailes gaan en bedenken wat ik daar wil maken is een karwei.

Het daarop volgende trimester, wanneer de lente stilletjes in het land sluipt, ontwaakt opnieuw mijn interesse voor mijn wolletjes en naalden.
Het is een traag proces waarbij vooral inspiratie en ideeën worden opgedaan of herontdekt. Ik durf wel al eens reken en telwerk doen voor een nieuw project, of vind mijn weg terug naar een oud verlaten project. Vaak bedenk ik dan ook heuse blogseries die ik kan schrijven wanneer ik daadwerkelijk bezig ben met het project. Soms is dit de periode waarin ik volledig in actie schiet, maar vaak is het ook gewoon heel veel geblaat voor weinig wol.
Dikwijls is er iets dat me tegen houdt effectief te beginnen. Ik heb nogal de neiging dingen te overdenken, waardoor er altijd twijfel over blijft. Een zekere planning in handwerk is niet slecht, zeker als het om kledingstukken gaat, maar het mag uiteraard geen dooddoener zijn voor de creativiteit en goesting. Helaas val ik nogal vaak in deze valkuil.

Ten slotte dan is er de zomer, het laatste trimester voor dat einde van het jaar weer heel dichtbij komt. Deze periode is vaak heel gelijkaardig aan de voorgaande, maar met iets meer actie. Soms ben ik tegen dan zo ambetant van mijn eigen twijfel en startangst, dat ik gewoon iets begin om die kriebel in de handen te stillen. Het ene jaar is dit al succesvoller dan het andere en naar het einde van de zomer begint dan al stilletjes aan die koortsdrift voor het eindejaar op de wakkeren.

Momenteel hebben we voor 2023 al bijna twee van de vier trimesters achter de rug en ook dit jaar merk ik duidelijk die eb-en-vloed wisselwerking in mijn brei- en haakgoesting.
Eind 2022 was echt wel een heel succesvolle maakperiode, waarbij ik bijna 70% van mijn maaksels in dat laatste trimester maakte. Begin 2023 begon dan ook met de traditionele periode van desinteresse. Op de projecten uit de naailes en het sporadisch haken aan mijn 2022 genredeken werd er heel weinig handwerk verricht.

In maart had ik een kleine opflakkering in interesse toen ik met mijn petekindje langs een bekende boetiek liep en zag dat de mode toch wel heel hard richting haak- en breiwerk gaat. Zo zagen we een granny square debardeur in de etalage hangen, die we allebei heel mooi vonden maar ook heel prijzig. Vooral omdat ik dacht: Hé, ik kan dat gemakkelijk zelf maken. Ik nam dus een foto van de etalagepop en sloeg die op voor later, dat uiteindelijk niet kwam.

Het is nu eind mei en eindelijk beginnen mijn vingers weer voor echt te kriebelen. Ik heb echt goesting om aan iets nieuws te beginnen en het feit dat de mode dit jaar toch wel heel hard focust op granny square topjes en oversized gebreide truien wakkert die goesting alleen maar aan. Alleen kan ik precies niet beginnen. Ik sta mezelf in de weg precies en stel alles constant uit voor later.

Gans dit gemijmer eigenlijk als een beetje een boodschap aan mezelf. Een boodschap om mezelf een schop onder mijn gat te geven en uit mijn hoofd te komen. Stop met overdenken en doe gewoon.

Werk dat genredeken van 2022 gewoon eens af. Een gemakkelijker project om terug in de flow te geraken kan ik niet hebben, gezien alles al is uitgeplant en gekiend. Alleen maar gezellig haken!

Of waarom begin ik gewoon niet aan die granny square debardeur waar ik het eerder over had, waarvoor ik eigenlijk al stiekem een ganse patroon voor heb uitgerekend en het gewoon een kwestie is van wolletjes te kopen of uit mijn bakken te kiezen en gaan met de banaan.

Of werk verder aan één van die twee draken waar ik ook al bijna twee jaar mee bezig bent en waar ik zelfs voor eentje al bijna 6 blogberichten voor heb geschreven, maar die niet wil publiceren, zolang het einde van de draak niet in zicht is, om de lezers niet met een cliffhanger te laten zitten.

Of waar is mijn enthousiasme voor dat glas-in-lood deken naartoe? De wolletjes liggen nochtans nog steeds verspreid over 3 planken van een boekenkast. Ja, ik heb het te lang laten liggen, waardoor ik ondertussen weer helemaal opnieuw het toch wel ingewikkelde patroon ga moeten leren, maar hoe cool is dat idee ook niet?

Of ik kan die gehaakte trui afwerken, waarvoor ik enkel nog zijn mouwen mis. Akkoord, achteraf gezien blijkt het model niet echt iets voor mij, maar dat is toch niet erg? Ik zal er altijd wel iemand mee kunnen plezieren, toch?

Of of of…

Zucht, ja, mijn eigen ergste vijand, dat ben ik. Waarom kan ik die molen zo moeilijk stil zetten? Waarom kan ik niet gewoon in het nu zijn, zonder al vooruit te denken aan mogelijke problemen en niet gewenste uitkomsten, waardoor ik dan gewoon niet begin. Falen is toch niet erg? En sowieso is dat zo’n lelijk woord, want ook al wordt een project niet helemaal zoals ik had gewild, ik had er toch plezier in om het te maken. Ik geniet van het proces van het uitzoeken van een patroon en het tot leven zien komen onder mijn handen.

Ironisch om te denken dat mijn grootste probleem dat me in de weg staat om te haken en breien vooral overdenken en perfectionisme is, terwijl net de eigenlijke handeling van het breien of haken die exacte meditatieve kwaliteit heeft die me kan helpen om uit mijn hoofd te komen.
Dus ja, mijn rationele zelf weet heel goed wat het probleem is en ook wat de oplossing is voor mijn onvervulde haak- en breigoesting: begin er gewoon aan, maakt niet uit wat!

Groetjes,
van een Charlotte die een beetje geambeteerd is op zichzelf en dit projecteert op jullie 😉