Naailes module ‘blouse’
Dit schooljaar heb ik op de blog nog geen enkele keer over de naailes gepraat. De enige vermelding dat ik nog naailes ging volgen in 2017-2018 dateert al van deze zomer, wanneer ik terloops aangaf dat ik me had ingeschreven voor de module ‘blouse-jurk’ in de lokale avondschool.
Dus, inderdaad, vanaf september volg ik opnieuw naailes, waarbij deze keer de focus ligt op technieken nodig bij het maken van blouses en jurkjes. Deze keer heb ik ook een andere lerares, die me als lesgeefster toch beter ligt dan de vorige, omdat ze meer aandacht heeft voor mijn waarom-vragen en die ook steeds begrijpelijk weet te beantwoorden.
Ik heb ook het gevoel dat ik in deze zogezegd gevorderde cursus al meer over de basis van het naaien heb geleerd, dan dat ik leerde bij de eigenlijk basiscursus. Zo werd een les aandacht besteed aan alle benamingen van lijnen en punten op een patroon, wat toch cruciaal is als je de instructies in het naaipatroon wil begrijpen. Ook leerden we hoe we een patroon konden aanpassen aan een grotere, kleinere of tussenliggende maat.
Daarom ook dat ik na dit eerste semester eigenlijk al een veel beter gevoel heb bij de naailes dan voorheen. Het is niet altijd met de volle goesting dat ik naar de les ben gegaan, maar dit zal ook wel deels aan het door mij gekozen project hebben gelegen, waar ik quasi het ganse eerste semester aan heb gewerkt. Jawel, je leest het goed, bijna 4 maanden heb ik aan één enkel stuk gewerkt. Ik heb het mezelf dus weer moeilijk gemaakt. Het is een talent gelijk een ander, hé 😉
Het eerste project voor dit schooljaar moest, zoals de naam van de module aangeeft, een blouse worden.
Hiervoor kregen we wat boekjes te zien en werd ons gevraagd een idee te vormen van wat voor blouse we wilden maken. Ieder van ons ging dus weer haar eigen project mogen kiezen, maar anders dan vorig jaar, werd het project wel voor iedereen op dezelfde manier opgestart.
We werden elk opgemeten en op basis van die maten kregen we een standaard patroon voor een corsage (= lijfje, korset)naar de dichtst bijliggende confectiemaat. Daarna moesten we dit patroon aanpassen naar onze werkelijke maten. Dit werd dan ons persoonlijke basispatroon voor elk corsage-stuk dat we in de toekomst wensten te maken. Zelf ben ik blijkbaar heel standaard, want het confectiepatroon moest voor mij op geen enkele plaats worden aangepast.
Daarna werd het tijd om het standaardpatroon opnieuw aan te passen naar de blouse die we wilden maken.
Sommigen kozen voor een hemdjurk, twee vliegen in één klap zo. Anderen gingen voor een los topje, zonder knopen, maar met een opengewerkte rug waar een contraststofje door kwam piepen. En ik, ik bracht een bloesje mee uit mijn kleerkast, eentje dat ik graag draag.
Natuurlijk had ik bij het kiezen van dit bloesje totaal niet stil gestaan bij de verschillende elementen. Ik vond het gewoon een schoon, uniek bloesje, waar ik er gerust een tweede van wou hebben.
Toen ik, met de hulp van de juf, het bijhorende patroon begon te tekenen, begon stilletjes aan mijn frank te vallen. Dit ging niet van de poes zijn, met die stukjes en plooitjes en padjes. Maar de lerares was vol overtuiging dat dit ging lukken en als het af was ging het schitterend zijn. Dus nadat het patroon getekend, geknipt en geplakt was, bracht ik een soepel stofje mee en begon aan het echt werk.
Ik kan je wel zeggen dat het me letterlijk bloed, zweet en tranen heeft gekost. Meer dan eens heb ik de neiging om alles gewoon tegen de muur te gooien moeten onderdrukken. Ik had het gevoel dat ik totaal niet opschoot. Uren ben ik bezig geweest met het naaien van plooitjes. Plooitjes voor de schouderstukken, plooitjes voor de halslijn, plooitjes voor de rug. Zoveel plooitjes dat ze mijn strot uitkwamen. En als je een perfectionist bent als ik was het vaak wel frustrerend als het er schots en scheef uit zag. Gelukkig kon de lerares me verschillende keren behoeden van het uithalen van een schijnbaar scheef plooitje. Een beetje strijken met veel stoom toonde dikwijls aan dat het helemaal niet zo scheef was, maar alleen zo leek.
Het padje naaien voor de halsopening was ook niet eenvoudig en ik heb dikwijls gevloekt en gezucht. Uiteindelijk koos ik voor valse knopen. Het voorbeeldbloesje heeft echte knopen, die dan nog eens verstopt zitten. Maar ik was al lang genoeg bezig en de knopen zouden toch nooit worden open gedaan. Dus deze werden gewoon op het einde door beide lagen vast genaaid.
En dan, eindelijk, twee weken voor de kerstvakantie legde ik de laatste hand aan mijn blouse. Tot dan toe mijn eerste en enige project van het schooljaar, terwijl mijn medestudenten al zeker 2 of zelfs al 3 of 4 projecten hadden afgewerkt.
Maar kijk, gezien mijn lage ervaringsniveau, de moeilijkheidsgraad van het project en het feit dat ik toch een aantal lessen heb moeten missen, vind ik het resultaat dik ok. Sterker nog, ook al was het een serieuze test in doorzettingsvermogen en geduld, ik ben enorm blij en trots op mijn bloesje!
Groetjes,
Charlotte
16 Comments
De mama
Chique dinges mijn kleur en dessin
Charlotte
Haha, maar tist mijne wè 😉
Ingrid
Ze is mooi geworden, knap gedaan
Charlotte
Dankjewel!
An
Heel mooi ! Proficiat !
Charlotte
Merci 😀
Lizette
Tjee, wat goed dat je hebt doorgezet en dat je zo’n mooie blousje hebt gemaakt! Dat moet toch voldoening geven. Heel veel draagplezier gewenst!
Charlotte
Zeker dat het voldoening geeft. Ik vreesde eerst eigenlijk dat ik alleen maar oog ging hebben voor de foutjes en zo, maar eigenlijk zie ik die ook niet meer. Ze vallen dus niet echt op en heb de blouse al blij gedragen 🙂
Le petit requin
Ja, amai, ’t zal nog niet zijn dat je hier trots op bent! Supermooi!
Charlotte
Dankjewel! 😀
zwartraafje
Wat een mooi exemplaar. Ik weet nu al dat ik er zelf niet het geduld voor zou hebben maar de combinatie van die fijne print en de details in de snit maken het wel prachtig. Knap, dat je doorgezet hebt.
Charlotte
Dankjewel hoor!
trijnewijn
Het nadeel van een niet standaard model is dat er zoveel extra werk in kruipt. Het voordeel is dat het resultaat niet te evenaren is. Ik vind het een heel knappe blouse! Ik denk dat je jezelf nu echt geen beginnende naaister meer kan noemen. Ik ken genoeg mensen die al langer naaien en zo’n stuk niet zouden aandurven. Als je het nog te vroeg vindt voor de term gevorderd moet je op zoek naar een andere term, want je zit duidelijk voorbij het beginner-stadium. Semi-gevorderd misschien?
Hoe dan ook, geniet van het dragen van je mooie kledingstuk!
Charlotte
Zo lief 🙂
Goh ja, ik blijf mezelf een beginner noemen, omdat ik vooreerst niks alleen kan. Ik moet steeds bevestiging vragen aan de naaijuf voor de volgende stap. Dus ja, ik ben geen absolute beginner meer, maar het voelt raar om mezelf al gevorderd te noemen 😉
Evelien
amaai, keimooi!!
Charlotte
Moh, gij reageert ;-P
Merci hoor