Kronieken van een gebreide jurk – 1. Proloog

Er was eens een onervaren breister die besloot haar onervarenheid te temperen door een jurkje te breien. Het jurkje zou een Kjole til lillesøster of jurk voor zusje worden. De onervaren breister had al veel dergelijke jurkjes gezien en ze was vooral gecharmeerd door de versie van ElbowGrease in wit-roze-blauw.

De breister dook in haar niet al te bescheiden voorraad en diepte drie bolletjes op in gelijkaardige kleuren.

Het enthousiasme was groot, maar zo ook de twijfel. Of het nu aan de onervarenheid of gewoon aan de aard van de breister lag, beginnen durfde ze niet.

“Wat als het op niks trekt?”, dacht ze. “Wat als ik gewoon niet weet hoe ik verder moet en dan de mooie wol verbruikt heb zonder mooi resultaat.”

De breister leed niet enkel aan onervarenheid en twijfelzucht, maar ook aan een vreemdsoortige gierigheid die er haar van weerhield om met haar niet al te bescheiden voorraad te experimenteren. Ze had nu haar idee-fixe dat die drie bolletjes een jurkje zouden worden en dat ging ze niet zomaar aan het toeval of de onervarenheid over laten. Daarom vatte de onervaren breister het lumineuze idee om een kladversie te maken.

“Waarom niet?” dacht ze, “Vroeger op school maakte ik ook vaak mijn huiswerk in klad. Menig schrijfkramp hield ik er aan over. Waarom dan niet in het klad werken voor breiwerk?”

En de zaak was beklonken. Een kladversie zou gemaakt worden in wol die nog geen bestemming had in het hoofd van de breister.
Weer werd in de niet al te bescheiden voorraad gedoken en nu verschenen drie bolletjes in nogal flashy kleuren uit te diepte.

“Voilà!”, zei de breister tegen zichzelf, “We zijn er klaar voor!”