Uitgelegd

Het belang van proeflapjes breien

Gelijk welk breipatroon je ter hand neemt, één van de eerste stukken informatie die gedeeld wordt is de beoogde stekenverhouding en die kan je bepalen door een proeflapje te maken. Als je Engelse patronen breit, dan heet dit de gauge swatch.

Ik heb het er al even over gehad toen ik meer uitleg gaf bij het breien van het goudkleurige truitje. Proeflapjes breien is iets waar ik echt het nut wel van in zie, vooral bij kledingstukken. Als je stekenverhouding niet klopt, dan kan je na veel breien opeens met een keldingstuk zitten dat veel te groot of veel te klein is.
Dus ja, ik snap dat dit een belangrijk gegeven is, maar dat neemt niet weg dat ik het toch een vervelend karwei blijf vinden. Vooral als het kriebelt om er gewoon direct in te vliegen. Daarom ben ik eigenlijk al een tijdje bezig een mapje aan het aanleggen met reeds gebreide proeflapjes voor de wolsoorten die ik het meeste gebruik.

Het bevat proeflapjes die ik breide naar aanleiding van een specifiek patroon, maar ook proeflapjes die ik zomaar breide, met restjes wol, omdat ik er anders niks meer mee kon aanvangen.
De proeflapjes werden eerst gewassen en plat gedroogd, waarna ik mat hoeveel steken en rijen er zitten in 10cm². Deze informatie schreef ik op een briefje, samen met de naam van de wol en de naald waarmee ik breide, en dat briefje stak ik bij het proeflapje. Daarnaast hou ik ook nog een Excel-tabel bij met dezelfde informatie.

Voor iemand iets zegt, ja, ik weet dat het normaal de bedoeling is dat je een proeflapje effectief breit in het garen – dezelfde kleur en hetzelfde lotnummer – waarmee je het kledingstuk gaat breien. Maar kom, ik geloof niet echt dat er zo extreem veel verschil op gaat zitten. Van de wolsoorten die ik gebruik heb ik nog nooit echt veel variatie in de draad ondervonden bij het breien. Natuurlijk ga ik dat altijd eerst eens nagaan vooraleer ik blindelings op een reeds gebreid proeflapje vertrouw. Het is kwestie van afwegen hé.

Mijn mapje met proeflapjes bevat alleen maar proeflapjes gebreid in tricotsteek (i.e. afwisselend een naald recht en een naald averecht). Als je een patroon met kabels, ajourwerk of een andere fanatsiesteek wenst te maken, dan gaat het proeflapje er waarschijnlijk anders uit zien.
Opnieuw, het is een kwestie van afwegen en het lezen van de informatie in je patroon.

Ben je zelf nog niet helemaal overtuigt van het belang van proeflapjes? Misschien kan ik dit voorbeeld je van gedacht doen veranderen.

Het belang van de juiste steekverhouding, een voorbeeld

Stel, je wilt een truitje breien en het door jou gekozen patroon komt in volgende standaardmaten:

Maat: 34 36 38 40 42 44 46
Borstomtrek: 80cm 84cm 88cm 92cm 96cm 100cm 104cm

Jouw borstomtrek is 90cm en je hebt dus meestal confectiemaat 38 of 40, naargelang het type trui. Voor dit patroon kan je dus kiezen tussen een maatje 38 of 40 met respectievelijke borstomtrek van 88 of 92 cm.

Daarnaast geeft het patroon nog een stekenverhouding van 18 steken voor 10cm mee.
Je hebt al verschillende proeflapjes gebreid, met verschillende soorten wol en verschillende breinaaldmaten, maar het dichtste dat je bij de juiste verhouding komt is 20 steken voor 10 cm.

Welke maat ga je dan breien, die die net iets te klein is of die die net iets te groot is?

Het patroon Jouw uitkomst
Borstomtrek: 88 of 92 cm 90 cm
Stekenproef: 10cm = 18 steken 10cm = 20 steken
Stekenproef omgerekend 1cm = 1,8 steken 1cm = 2 steken

Stel nu, je besluit om de kleinere maat te breien, met het idee dat breiwerk toch een beetje stretcht en het truitje best wel mooi mag aansluiten. Je gaat dus de kleinere maat breien, terwijl ook je stekenproef niet helemaal klopt. Maar ja, het scheelt echt niet veel. Als je de stekenproef herberekend naar 1cm, dan lijkt het verschil echt niet groot. Wat maken die 0,2 steken nu? Dat is twee keer niks, dus daar zal het wel niet op aankomen. Of toch?

Volgens het patroon heb je dus een verhouding van 18 steken nodig voor elke 10cm. Dit betekent dat het patroon voor maatje 88cm, waarschijnlijk 158 steken (88*1,8) zal tellen ter hoogte van de borst.
Als je deze maat nu gaat breien met de foutieve steekverhouding van 20 steken/10cm – en je dus ook 158 steken gaat breien ter hoogte van de borst – dan gaan die 158 steken eigenlijk maar 79cm meten. Dat is 9 cm kleiner dan de gewenste maat!

Het patroon Jouw uitkomst
Borstomtrek X aantal steken = 88cm X 1,8steken/cm = ± 158 steken
158 steken = 88cm 79cm
Verschil: 9cm te klein!

Oké, oké, simpel, dan brei je wel de grotere maat!
Deze meet 92cm rond te borst en zal dus ongeveer 166 steken tellen (92*1,8) in het patroon. Met jouw bekomen steekverhouding van 2steken/cm zal dit dan een borstomtrek van 83cm geven.
Owla, we zitten er nog steeds 7cm naast!

Het patroon Jouw uitkomst
Borstomtrek X aantal steken = 92cm X 1,8steken/cm = ± 166 steken
158 steken = 92cm 83cm
Verschil: 7cm te klein!

Oei, en wat nu?
Je kan nu op dezelfde manier maar omgekeerd gaan berekenen hoeveel steken je nodig gaat hebben om zo dicht mogelijk bij je borstomtrek van 90cm te komen met jouw stekenproef.
Een borstomtrek van 90cm met een stekenproef van 2steken/cm geeft 180 steken.
Deze 180 steken moet je nu herberekenen naar de stekenproef uit het patroon, namelijk 1,8steken/cm. Dit geeft 100cm. De maat uit het patroon waar een borstomtrek van 100cm wordt geleverd is 44!

Het patroon Jouw uitkomst
Borstomtrek X aantal steken = 90cm X 2steken/cm = 180 steken
180 steken = 100cm
Maat: 44 zal een borstomtrek van 90cm geven!

Dus ook al ben je normaal eigenlijk een maatje 38 of 40, dit moet je even naast je neerleggen bij het breien.
Om in dit voorbeeld je borstomtrek van 90cm te bekomen, wat volgens confectiematen ergens tussen maat 38 of 40 ligt, ga je hier toch een maat 44 moeten gaan breien! Zotjes, hé?

Voilà, ik hoop dat ik je heb kunnen overtuigen van het belang van proeflapjes en het bekomen van de juiste steekverhouding! Zelfs een klein verschil van 0,2 steken per cm kan op het einde van de rit een groot verschil uitmaken in het kledingstuk!
En nog, voor diegene die het nog niet wisten: bij breien kan je niet om de regel van 3 😉

Groetjes,
Charlotte

3 Comments

  • Jude

    Geniaaaaal! Dan heb je in ieder geval een indicatie van een aantal soorten wol en weet je beter welke je moet kopen. Ik ga dit idee schaamteloos kopiëren :). En goede uitleg ook, dankjewel!