Mee bezig #16: Kpop Demon Hunters – The Sequel (in achteruit)
In mijn vorige Mee bezig-update liet ik jullie achter met een breidilemma: wat te doen met het stuk van mijn Huntrix-trui dat toen al op de naalden stond? Herbeginnen volgens het tweede idee, of toch proberen mijn eerdere versie nog te redden? Intussen is die knoop doorgehakt. Het oude stuk werd ontrafeld, en ik begon opnieuw, deze keer volgens mijn tweede plan.
Maar voor ik écht goed op dreef kwam, dook ik nog even een technisch zijspoor in, de wereld van de short rows. Dat bleek een hele zoektocht op zich, maar na veel gewik, geweeg, gereken en getel besloot ik uiteindelijk om het ganse short row-plan voor de Huntrix-trui te laten varen.
Experimenteren met short rows
Het originele idee was om wat extra hals-shaping toe te voegen, zodat de achterkant iets hoger zou komen te liggen.
Ik probeerde te bedenken hoe ik dit zou kunnen bewerkstelligen in combinatie met het vlechtpatroontje aan de raglan en het bijkomende motief aan de rug. Maar ik moest al snel de handdoek in de ring gooien. Dat werd gewoon té ingewikkeld: niet alleen moest ik de short rows in het rond nog aanleren, ik zou ze ook moeten combineren met het cascading leaves-patroon én de raglan-meerderingen. Een beetje te veel tegelijk voor mijn brein.
Uiteindelijk besloot ik dus om het zonder extra halsvorming te doen, maar ter compensatie wel iets meer steken (88 i.p.v. 80) op te zetten dan het patroon zelf voorschrijft.
Het stukje trui dat ik al had gebreid, haalde ik gewoon weer uit. Ik probeerde nog even de halsrand te redden door de steken opnieuw op te nemen, maar ik werd al zenuwachtig na een paar centimeter. Het duurde me ook gewoon te lang; ik kon net zo goed die vijf rondes opnieuw breien.
Dus hup, terug naar af: 88 steken opnieuw opgezet voor de hals.
Terwijl ik bezig was met de halsboord, kreeg ik plots een nieuw idee. Wat als ik die korte rijen gewoon in de boord zelf verwerk? Dat zou het probleem met de verschillende steken oplossen, en het leek me visueel niet storend. De ribbelboord zou achteraan dan iets hoger uitvallen dan vooraan, maar dat zou vermoedelijk amper opvallen.
Na wat opzoekwerk bleek dat dit ook effectief iets is wat vaker wordt gedaan. Dus probeerde ik het gewoon.
Ik plande een halsboord in ribbelsteek van ongeveer 2 tot 2,5 cm, met vier paar short rows aan de achterkant, om de hals iets hoger te maken. Daarna ging ik de BOR marker (begin van de ronde) verplaatsen naar het begin van de rugkant, zodat ik later geen zichtbare lijn krijg in het kantpatroon van de cascading leaves.
De short rows zelf zagen er eigenlijk goed uit. Door de kering op een averechtse steek te doen, was er haast niets van te merken in de textuur. Maar toen ik het geheel bekeek, viel het toch wel wat tegen. Uiteindelijk vond ik de achterkant van de boord toch gewoon te lang naar mijn zin. Even overwoog ik nog om het aantal short rows te halveren, maar uiteindelijk zag ik daar van af. Ik ging er gewoon op rekenen dat de extra 8 opzetsteken er wel zouden voor zorgen dat het aangenaam zat rond de hals.
Dus ja, goeie poging, maar niet voor deze trui. Maar geen verloren moeite! Ik heb het principe en de techniek wel geleerd, en dat telt in mijn boekje ook gewoon als vooruitgang!
Allons-y en DOH!
Het werkstuk werd opnieuw uitgehaald, opnieuw werden er 88 steken opgezet en toen ging het eindelijk vooruit! Zonder het hele short row-debacle had ik de rest van het patroon al uitgepuzzeld, dus was het gewoon een kwestie van breien en dat schoot de voorbije weken aardig op. De pas groeide gestaag, de stekenaantallen zwollen aan, en ik keek er naar uit om eindelijk de mouwen af te zetten.
Na 52 rondes, telkens met meer en meer steken, zat ik op het puntje van mijn stoel.
Maar voor ik verderging met de steken van de mouw op wachtdraden te zetten, besloot ik toch nog maar even mijn aantal steken na te tellen. Gewoon, voor de zekerheid.
272.
Huh?
Dat kon toch niet zijn? Volgens het patroon moest ik er 248 hebben. Hoe?
En toen viel mijn frank.
Ik was in mijn enthousiasme om de pas af te breien, een belangrijke instructie vergeten: terwijl je in het begin inderdaad moet meerderen aan zowel het voorpand, achterpand en mouwen; op een bepaald moment vertraagt het meerderen aan de mouwen, terwijl dit voor het voorpand en achterpand gewoon gestaag verder gaat. Dat vertragen aan de mouwen was ik dus compleet vergeten, met 12 steken te veel aan elke mouw tot gevolg.
Doh! Facepalm!
En nu?
Dat was niet iets wat ik zomaar even kon rechttrekken. Ik moest terug… en niet eens een beetje. Nee, 22 rondes maar liefst. *huilen*
Eerst dacht ik nog te proberen een levenslijn in te weven, zodat ik het werk vlot kon uittrekken tot de juiste ronde. Alleen was dat buiten het kantwerk en de vlechten aan de schouders gerekend. Daar zag ik amper waar mijn draad moest lopen. Dus ik parkeerde het idee van de levenslijn en begon noodgedwongen achterwaarts te breien.
In achteruit
Wist je trouwens dat ze dat in het Engels tinking noemen? Omdat het het omgekeerde is van knitting. Hoe goed bedacht is dat? Jammer dat het Nederlands daar geen even vlot alternatief voor heeft. Eirben rolt nu niet bepaald van de tong, lol.
Enfin, ik tinkte dus dapper verder, maar na anderhalve ronde was mijn geduld eigenlijk al op.
Toch hield ik het nog drie extra rondes vol voor ik toch aan mijn ongeduld toegaf en besloot dat ik toch een levenslijn ging proberen.
Bij het gewone tricotwerk lukte dat gelukkig gemakkelijk. Daar weefde ik mijn draad in op 4 rondes onder het punt waar ik terug wilde, zodat ik nog 4 rondes marge had om verloren steken op te vangen of fouten te herstellen. Aan het kantwerk en de schouders improviseerde ik maar wat. Soms zag ik waar de draad moest, soms ook totaal niet. *zweten*
Toen ik eindelijk rond was, moest ik mezelf echt moed inspreken om de naald uit het werk te halen en mijn breiwerk uit te trekken.
SPANNEND!
Daarna kwam het zenuwslopende moment van alle steken terug op de naald zetten. Heel traag en voorzichtig. Zoekend naar die paar vergeten steken, die verloren lussen… maar uiteindelijk zat alles er weer op.

Daarna begon ik voorzichtig terug te breien, plaatste de markeerders terug, en bekeek mijn gebreide stof heel kritisch of alles klopte. En eureka! Mijn stekenaantal bleek perfect te kloppen voor ronde 33 in plaats van ronde 34 waarop ik had gemikt. Ideaal! Betekende meteen ook dat ik minder rondes nog terug moest breien tot ronde 30 waar mijn foute meerderingen waren begonnen. Drie rondes terugbreien ging al een heel pak vlotter dan 22!
Allons-y, take 2
En nu kan ik weer vooruit.
Opnieuw beginnen aan de volgende 22 rondes, deze keer met het juiste aantal meerderingen op de juiste plek.

Oef! Het was eventjes moeilijk om de motivatie voor deze trui niet te verliezen, maar gelukkig liep alles vlotter dan gevreesd! De fouten zijn rechtgezet, alle steken staan weer netjes op de naald, en nu is het gewoon weer breien, met een audioboek in de oren of een gezellige show op de achtergrond. Wordt vervolgd!
Groetjes,
Charlotte