Mee bezig #14
Laatst, bij het bericht over de granny-zomertop, had ik het nog over hoe ik nood had aan een meditatief haakproject. Eentje waarbij ik gewoon breinloos kon haken. Dat bracht de elfenjas die ik een tijdje geleden opstartte weer in mijn hoofd. Die was gestrand op het moment dat ik moest beginnen naaien.
Ik ben iemand die dingen graag in volgorde doet, en het patroon voor deze vest is zo geschreven dat eerst elk pand van de rok moet worden gehaakt — 9 in totaal — en dat die daarna aan elkaar genaaid moeten worden. Pas dan kan de zoom worden gehaakt, in één stuk over alle panden heen, gevolgd door de tailleband. En ook al worden de rug, voorpanden, mouwen en kap daarna gewoon als aparte onderdelen gehaakt, in mijn hoofd zat het vast: ik kon pas verder als die rokpanden allemaal aan elkaar zaten.
Soit, lang verhaal kort: deze elfenjas lag dus alweer veel te lang te verstoffen door een mentale blokkade. Maar dankzij de teruggekeerde haakgoesting door de granny-top, zette ik eindelijk mijn schouders eronder. In een paar sessies — de meeste gezellig buiten op de ligstoel — naaide ik alle onderdelen aan elkaar. En toen was ik weer vertrokken!
De rokzoom volgde, daarna de tailleband. Daar begon ik wel weer te twijfelen of ik genoeg wol zou hebben, want er moesten nog flink wat onderdelen gehaakt worden. Uiteindelijk haakte ik maar de helft van de tailleband, en ging dan eerst verder met het lijfje. Ook dat ging vrij vlot — vaak weer lekker buiten in de tuin. De tailleband laat ik nu even links liggen. Zodra alles af is, kijk ik hoeveel wol er overblijft (als er nog iets overblijft 😅) en beslis ik hoe breed ik de band maak.
Momenteel ben ik bezig aan de eerste mouw, dus het schiet aardig op!
Nog zo’n project dat strandde op de naaibarrière: mijn oosterse draak.
Een tijdje geleden haakte ik alle onderdelen af, dus alles ligt al klaar voor de constructie. Maar daar kruipt niet alleen veel tijd in, het is ook het moment waarop al het haakwerk ofwel loont, ofwel tegenvalt. Eén foutje in de assemblage kan het hele stuk maken of breken. Een drempel, dus. Gelukkig bestaan er spelden — die verkleinen het risico op scheef geplaatste onderdelen toch aanzienlijk.
Maar spelden betekent ook: tijd en twijfelen. Elk stuk moet zorgvuldig geplaatst en vastgespeld worden, vanuit alle hoeken bekeken, bijgesteld of — zoals bij de poten — meermaals opnieuw gespeld worden. Het hoofd en lijf waren de eerste onderdelen die ik aan elkaar naaide. Wat onhandig, maar het lukte. Ik ben niet 100% tevreden, want het hoofd hangt in mijn ogen iets te veel, maar ik hoop dat dat nog bijgestuurd kan worden zodra de rest vastzit.
Stap twee was het vastnaaien van de buik. Daar ben ik toch wel een paar uurtjes zoet mee geweest. Het vastspelden viel mee, maar het naaien bezorgde me krampen in de handen — niet echt een ergonomisch werkje, zo’n amigurumi in elkaar naaien!
De poten zorgden voor de meeste trial-and-error, vooral om ervoor te zorgen dat de draak ook effectief kan zitten. Maar tot nu toe ben ik echt wel tevreden met het resultaat!
Oh ja — en mocht je je afvragen waarom er nog zoveel losse eindjes te zien zijn: ik knip die nooit af voor alles vastzit. Zo’n draadje komt vaak nog van pas om iets extra te bevestigen of te corrigeren.
Met de poten op hun plek begint het eindelijk op een draak te lijken — geen vreemdsoortig slangenwezen meer 😄 En het vastnaaien van de oogleden geeft hem echt die hagedisachtige uitstraling. Zot hoe één klein detail de hele look kan veranderen!
Momenteel ben ik bezig met het plaatsen van de rugkam. Er zitten al tientallen speldjes in, en hoewel ik eerst dacht dat ik tevreden was over de plaatsing, zag ik op de foto op mijn computer dat de bovenkant toch nog wat gecorrigeerd moet worden. Daarna kan het naaien beginnen — en dan krijgt hij eindelijk zijn pluizige kam!
Oh, en mocht je je afvragen waarom de draak op een placemat staat: dat maakt het makkelijk om hem te draaien en te keren, zodat ik hem van elke hoek kan bekijken.
Als laatste nog even snel de stand van zaken van mijn olifantenwanten.
Jaaa… nog zoiets waar ik veel te lang mee loop te treuzelen. Het tweede-exemplaar-syndroom is hier duidelijk aanwezig. Maar de linkerwant is bijna af! Alleen de duim nog. En ja, dat is prutswerk, ook al zal het waarschijnlijk in minder dan een uurtje geklaard zijn — toch schuif ik het telkens voor me uit. En met de huidige temperaturen voel ik ook niet meteen de nood om snel nieuwe wantjes te hebben 😅
Duidelijk is wel dat ze goed geblokt zullen moeten worden. Sowieso denk ik dat nat maken het patroon nog beter zal doen uitkomen. Al zie ik ook dat ik de linkerwant veel vaster heb gebreid dan de rechter. Niet zo erg op zich — mijn rechterhand is als rechtshandige toch net iets groter — dus de linker is zeker niet te klein, de rechter zat gewoon al wat losser. We zien wel wat er gebeurt bij het wassen!
En voilà, dat is waar ik de afgelopen maanden — traag maar gestaag — mee bezig ben geweest.
Groetjes,
Charlotte

